Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

TIJDELIJK GESLOTEN
De HER+ is een subsidie voor innovaties die CO2 verminderen in plaats van alleen hernieuwbare energie produceren.

Hernieuwbare energiebronnen die in aanmerking komen:

• Energie uit water
• Zonne-energie
• Windenergie
• Verbranding en vergassing van biomassa
• Vergisting van biomassa

Technology Readiness

De hernieuwbare energietransitie richt zich vooral op ontwikkeling en het demonstreren van de innovaties. Dit betreft Technology Readiness Levels (TRL) 6 tot en met 8. Project gericht op TRL 4 of 5 worden niet uitgesloten.

De volgende projecten komen in aanmerking:

1. Projecten die hernieuwbare energie goedkoper maken.
2. Projecten die productie van windenergie op zee goedkoper maken.
3. Projecten die voor opwekking van energie en de opslag daarvan zorgen.
4. Projecten die opwekking en slimme regeling van duurzame energie op decentraal niveau combineren
5. Projecten die niet in de SDE++ zitten én waarop aanvullende productie haalbaar is door middel van innovatie. Denk hierbij aan: zonnewarmte, kleinschalige (<15 kWp) of:
   • Niet aan het energienet gekoppelde zonnestroominstallaties
   • Ondiepe bodemenergie (minder dan 500 meter) en;
   • Buitenluchtwarmte (laatste 2 gebruiken warmtepomp als techniek)

Bij optie 1:

Innovatieprojecten voor een SDE++-techniek moeten in 2030 leiden tot CO2-vermindering. De innovatie van de SDE++-techniek moet een besparing opleveren ten opzichte van de SDE++-uitgaven. Deze besparing moet groter zijn dan de subsidie die u krijgt uit de HER+-subsidieregeling. Het basisbedrag voor deze SDE++-techniek moet lager uitkomen dan het maximale basisbedrag voor dezelfde techniek uit de SDE++ en lager dan € 300 per vermeden ton CO2.

Bij optie 2:

Innovatieprojecten die gericht zijn op windenergie op zee moeten in 2030 leiden tot een CO2-vermindering. Het moet leiden tot een verlaging in de kosten. Die moeten groter zijn dan de subsidie die u ontvangt volgens de HER+-subsidieregeling. Het gaat hier om de bouw en exploitatie van windparken in wateren in Nederland.

Bij optie 3, 4, 5:

Voor de overige CO2-verminderingsopties geldt dat de projecten besparen op de toekomstige SDE++-uitgaven. De besparing moet groter zijn dan de subsidie die ontvangen wordt voor de innovaties volgens de HER+. Dit hoeven dus geen projecten te zijn uit de SDE++-categorie.

Onderbouwing kostenbesparing

Voor elk project moet je kunnen aantonen wat de verwachte kostenbesparing is door middel van een berekening. Rekenmodellen zijn beschikbaar op de online aanvraagpagina van de RVO.

Onderbouwing slaagkans

Het is van belang, voor zowel de producent/ontwikkelaar als de eindgebruiker, dat het projectplan inzicht geeft in de businesscase. Hierdoor wordt de slaagkans van de innovatie in de markt verhoogd.

Als aanvrager van de  subsidie heb je een strategische visie op de uitvoering van het project. Je dient inzicht te geven in de ontwikkeling en marketing van de technologie. Dit geldt voor het moment dat het project is afgerond totdat het geïntroduceerd wordt op de markt. Houdt daarbij ook rekening met de niet-technologische aspecten die bij een introductie op de markt een rol kunnen spelen.

Bekijk de beoordelingscriteria via: https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/her/beoordelingscriteria

Het projectidee toetsen

Omdat het aanvragen van de subsidie veel tijd kost, kun je vooraf, zonder verplichtingen, advies vragen over uw projectidee. De slaagkans wordt hiermee vergroot. Er is een projectideeformulier beschikbaar gesteld door de RVO. Hiermee kun je persoonlijk in contact komen met één van de adviseurs. Je kunt jouw idee toelichten en bespreken of het idee kans van slagen heeft. Daarnaast kan de adviseur je eventueel wijzen op de andere subsidies die interessant kunnen zijn.

De aanvraag

De aanvraag voor deze subsidie kan worden gedaan vanaf 1 april 2022 t/m 4 oktober 2022 door middel van in te loggen met minimaal eHerkenning niveau 3. Indien je nog niet in het bezit bent van eHerkenning niveau 3 dien je dit eerst aan te vragen.

Via onderstaande link kun je starten met de aanvraag:
mijn.rvo.nl/tse-hernieuwbare-energietransitie.

Bijlagen bij de aanvraag

Onderstaande documenten dienen bij de aanvraag bijgevoegd te worden:

• Het modelprojectplan. Dit bevat de informatie die nodig is voor de beoordeling van de aanvraag.
• Het rekenmodel basisbedrag SDE++-categorieën.
• Het rekenmodel basisbedrag windenergie op zee.
• Het rekenmodel besparing.

Er is ook een format aanwezig voor de werkbegroting. Deze kun je als hulpmiddel gebruiken bij de voorbereiding van de aanvraag. De definitieve begroting dient aangeleverd te worden bij  de aanvraag in het online portaal. Het hulpbestand hoef je niet mee te sturen en kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Na de aanvraag

Na de aanvraag is er een beoordelingstermijn van 8 weken, deze kan eventueel eenmalig verlengd worden met nog eens 8 weken.

Indien de subsidie toegewezen wordt ontvang je een beschikking met de details. Hierin kun je ook de verplichtingen als subsidieontvanger vinden.

Indien jouw project subsidie heeft gekregen en het project langer duurt dan 12 maanden, dan dien je een keer per jaar een voortgangsrapport in. Hier is een formulier van beschikbaar in het online portaal.

Indien er een wijziging is in het (meerjarige) project waarvoor je subsidie hebt ontvangen ben je verplicht dit direct te melden. De reden hiervoor is dat je voor sommige wijzigingen toestemming dient te vragen. Indien je dit niet doet, loop je het risico dat er geen subsidie ontvangen kan worden voor de gewijzigde projectonderdelen.

Na afloop van het project dien je een verzoek tot vaststelling in. Hiermee zal de te weinig of te veel ontvangen subsidie worden verrekend. De beoordelingstermijn van dit verzoek is 13 weken.

Meer informatie

Voor meer informatie kan je terecht op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO): www.rvo.nl/subsidies-financiering/her.

Wil je meer informatie over het aanvraagproces? Ga dan direct naar www.rvo.nl/subsidies-financiering/her/aanvragen